We laten technologie steeds verder doordringen in ons leven. Hoe ver laten we dat gaan: tot in ons lijf? Biochips zijn realiteit en de toepassingen zijn legio. De meekomende risico’s moeten we niet onderschatten. Neem je de blauwe of de rode pil?
De keuze voor de blauwe of juist de rode pil in de bekende Matrix-film wordt geboden nadat hoofdpersoon Neo allang is voorzien van diverse implantaten. Zonder dat hij dat wist overigens. Door de rode pil in te nemen, wordt hij wakker in de echte wereld. Door de blauwe pil in te nemen, wordt hij wakker in zijn eigen bed en gelooft hij wat hij maar wil geloven. Het verhaal is dan meteen al afgelopen.
Niet zo zwart/wit als in de film
Het verhaal van biochips heeft voor veel mensen net zo’n abrupt einde als hun wordt gevraagd of ze een kleine, draadloze chip onder hun huid geïmplanteerd willen krijgen. De melding “insert hardware?” heeft straks betrekking op onszelf. Kort en droog geformuleerd zullen veel mensen deze vraag met ‘nee’ beantwoorden. Maar de zaak wordt minder zwart/wit als de vraag wordt gesteld of je een biochip wilt die je leven kan redden.
Het idee van implantaten, biochips, cybernetica en meer ICT in het menselijk lichaam kan als algemeen bekend verondersteld worden. Science fiction lectuur en grote Hollywood-films zoals The Matrix hebben de futuristische scenario’s allang geschetst. Daarbij zijn de mogelijkheden en vooral de gevaren aan bod gekomen. De toekomstbeelden zijn inmiddels helemaal niet meer zo ver van het nu vandaan.
Lichtgevende handen en pacemakers
Tegenwoordig injecteren enthousiaste biohackers kleine LED-lampjes bij zichzelf zodat ze bijvoorbeeld lichtgevende handen krijgen. Minder vergezocht – of freaky – zijn doctoren die pacemakers plaatsen om mensenlevens te redden. En wat te denken van insulinepompjes of andere apparaatjes die lichaamsfuncties monitoren en indien nodig van bepaalde stoffen voorzien?
Voorbij de hype van technologie-enthousiastelingen en medische mogelijkheden voor mensen met bepaalde aandoeningen, doemt de realiteit op dat kleine biochips onderdeel worden van ons dagelijks leven. Zijn we daar wel klaar voor? Is security daar wel klaar voor? Bij Kaspersky Lab zijn wij niet alleen nieuwsgierig hiernaar, maar werken we er ook aan. Samen met partners als het Zweedse nonprofit lab BioNyfiken doen we praktisch onderzoek naar de beveiliging van ingebedde biochips.
Europese enquête
We beperken ons niet alleen tot onderzoek, maar kijken ook naar wat mensen in de praktijk vinden. Samen met marktonderzoeker Arlington Research hebben we onze nieuwsgierigheid naar biochips weten te bevredigen. Zou je een kleine, draadloze biochip in je lichaam toelaten? Dat hebben we gevraagd aan 1.200 volwassenen door heel Europa: in Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje en ook de Benelux. Bijna één op de drie (29 procent) is glashelder: zij zouden nooit, onder welke omstandigheden dan ook, een biochip laten implanteren. In een land als Duitsland ligt dit percentage fors hoger: 49 procent wil géén cyborg worden.
Onbekend maakt onbemind, of zelfs gevreesd. Zoals wel vaker het geval is bij nieuwe of opkomende technologie is angst voor het onbekende de bepalende factor. Twee derde van alle geënquêteerden is doodsbang dat een geïmplanteerde chip niet goed werkt. Zij vrezen dat een storing hun pijn doet (63 procent), of dat een kwaadwillende hun lichaam of data over kan nemen (60 procent).
Data dichtbij dragen
Hoewel hackers en wetenschappers er serieus mee bezig zijn, is totale lichaamsbesturing nog een toekomstscenario. Tegelijkertijd is datadiefstal en privacyschending haast dagelijkse kost. Vergis je niet: dat gebeurt niet alleen ver-van-ons-lijf middels webhacks en systeeminbraken. We dragen data ook – letterlijk – dicht bij ons dankzij smartphones met locatie- en bewegingssensors, die veelal gekoppeld zijn aan accounts bij sociale media. Daarnaast spelen er nog fitnesstrackers, wearables en binnenkort biometrische tatoeages, waarbij elektrische inkt op de huid circuits vormt voor superkleine componenten wat dan tezamen een slimme zorgsensor maakt.
Uit ons onderzoek onder Europese volwassenen blijkt ondanks de weerstand en angst toch ook een tolerantie voor biochips. Belangrijke randvoorwaarde is dat er een goede reden voor implantatie moet zijn. Terwijl er enkele intrigerende regionale verschillen zijn, is er flinke overeenstemming over wat ‘een goede reden’ is: levens redden.
Gezondheid, zorg en veiligheid
Ongeveer de helft (51 procent) van de mensen wil best een chip in zich dragen om daarmee kritieke medische aandoeningen te managen. Bijna de helft (46 procent) om in geval van nood hulpdiensten te kunnen oproepen. En nog iets minder (45 procent) accepteert een biochip om naasten te alarmeren indien ze hulp nodig hebben. Gezondheid, zorg en veiligheid zijn dus belangrijke thema’s.
Logischerwijs hoort hier ook beveiliging bij: beveiliging van biochips en de daarmee verbonden systemen. We hebben nog een lange weg te gaan voordat we ons leven makkelijker en veiliger kunnen maken met biochips. Huidige biochips hebben de grootte van een rijstkorrel en kunnen slechts bescheiden datahoeveelheden opslaan.
Nu nog beperkt (risico)
Vanwege beperkingen in rekenkracht wordt de informatie op de chips onversleuteld opgeslagen, waardoor het dus onveilig is. Data-uitwisseling gebeurt op zeer korte afstand, maar is ook gevoelig voor onderschepping. Soms gebeurt dat door inbraak op de back-end systemen waar de biodata uiteindelijk heen gaat. De risico’s van biohacking zijn nu nog vrij beperkt, omdat de mogelijkheden dat ook nog zijn. Ga er maar van uit dat de malafide mogelijkheden gelijke tred zullen houden met de legitieme toepassingen.